| Broens Louis (Lode)
(Geboren te Maaseik op 01-07-1913 en overleden te Maaseik op 26-06-1996) |
Louis (Lode) Broens kreeg zijn eerste tekenlessen van de rijkbegaafde kunstenaar Z.E.H. Bernard Claessens (restaurateur van beelden, stichtend directeur van de “Vakschool St-Jansberg”) en van zijn neef, de onvolprezen kunstschilder Pieter (Pierre) Brouns. In 1934 beëindigde hij als primus de 5-jarige leergang aan de toenmalige Beroepstekenschool in Maaseik. Uit deze periode dateren zijn fijnzinnige pentekeningen, expressieve lino’s en gevoelige houtsneden.
Na zijn rijkgevulde carrière als leraar praktijk kunstsmeden en technisch tekenen, en zijn drukke bezigheden als werkplaatsleider en later als onderdirecteur, nam hij tekenpotlood en schilderspenseel terug ter hand. Na zijn oppensioenstelling volgde hij 5 jaar “kleur en compositie” aan de Vrije Academie in Roermond o.l.v. Winand Thönissen en tevens in groepsverband, “portret en landschap” bij de beroemde schilder Frans van de Berg in Thorn.
Hij schilderde in olie, later in acryl en ontpopte zich tot een meester in pastel, waarbij hij vakmanschap combineerde met een unieke stijl en persoonlijk koloriet.
Een van zijn lievelingsonderwerpen was de Maasflora, wilde bloemen langs de boorden van de Maas. Naast de thema’s van bloemen en stillevens bleef hij gefascineerd door het landschap in de omgeving van Maaseik en Thorn.
Hij nam deel aan verschillende groepstentoonstellingen en ook zijn individuele tentoonstellingen groeiden uit tot een onverwacht, maar verdiend succes. Bij een wedstrijd waaraan 28 kunstenaars deelnamen, behoorde hij tot de finalisten en in het gastenboek lazen we: “late, doch rijpe vruchten van een begaafd kunstenaar” en ook nog: “ merkwaardige creaties, zuiver van vorm en lijn en sprankelend van kleur”.
Bij de tentoonstellingen vermelden we o.a.:
Als gedreven kunstsmid ontwierp hij talloze kunstsmeedwerken, die hij individueel uitvoerde of met zijn leerlingen : deuren, trapleuningen (o.a. voor gouverneur L. Roppe en gedeputeerden), kroonluchters, lampen, verder kruisen en siervoorwerpen zoals kandelaars, fruitschalen, asbakjes, windwijzers, haardstellen en presse -papiers. De grote bronzen kandelaars voor de kerk van Lanklaar werden zelfs in de VTB-gids vermeld als bezienswaardigheid. Het hoogtepunt was de opdracht om de deur van het toenmalig stadhuis (nu VVV) op de Markt in Maaseik te ontwerpen. In het oud-leerlingen tijdschrift 3-1992 van de Vakschool Sint-Jansberg schreef Louis Broens hoe het ontwerp van deze deur tot standkwam. Op de deur, op 22 juli 1952 geplaatst, zijn 2 afneembare plaatstalen schilden aangebracht, gedecoreerd met het wapen van de Stad Maaseik, en het Graafschap Loon (zie foto’s 17, 18 en 19) . Deze decoratie is het werk van zijn neef de kunstschilder Pieter Brouns. Steeds op zoek naar fraaiere en vernieuwende toepassingen, begon hij als enige in West-Europa met het smeden van brons. Enkele van deze siervoorwerpen werden door de firma Selve uit Thun tentoongesteld tijdens Expo 58 in het paviljoen van Zwitserland.
Als theaterliefhebber was hij actief lid van de speelgroep “Vast Als Eyck Bij Der Mase” met hoofdrollen en zeer gevarieerde bijrollen. Ook was hij actief betrokken bij de promotie van het Openluchttheater van Sint-Jansberg. Hij was de regisseur van het feeërieke muziekstuk “Sneeuwwitteken” dat zoveel succes oogstte dat er opvoeringen volgden in de openluchttheaters van Valkenburg en Diest. Als schrijver publiceerde hij reeds op jonge leeftijd enkele verhalen (“Limburg” 1932), maar vooral zijn artikels voor het leerlingenblad “Mijn Toekomst “ (waarvoor hij de eerste omslag ontwierp) en het Oudleerlingenblad werden erg gesmaakt. Ook zijn gelegenheidsteksten en liederen werden zeer gewaardeerd, want hij zong en declameerde graag. Zijn laatste, en onafgewerkt artikel, handelde over de tekenschool gesticht door kunstschilder Charles Gessler en toenmalig kapelaan Bernard Claessens.
Hij werd beschreven als “één van de steunpilaren die St-Jansberg droegen, dankzij zijn organisatietalent, doorzicht en vooral zijn gave om medewerkers te bezielen”. Hij liet een diepe indruk na op zijn leerlingen zoals bleek bij de rouwbetuigingen bij zijn overlijden. Hij wist vakbekwaamheid te koppelen aan dynamische creativiteit.