| Sévery Marcelle
(Geboren te Hasselt op 08-12-1895 en overleden te Hasselt op 07-09-1987) |
Was de echtgenote van de etser Marcel Corvilain. Samen met haar man was zij lid van de Kunstkring Heecrabbers Hasselt en nadien Pro Arte. Naast privé lessen in Luik kreeg ze nadien te Brussel een opleiding bij Mevr. Dielman. Vond ook steun bij de kunstschilder August Levêque. Was tevens leerlinge van Charles Wellens. Schilderde vooral bloemstillevens, telkens een vaas of pot met bloemen zonder bijkomende elementen.
Nam deel aan een groepstentoonstelling ingericht door de Heecrabbers te Hasselt (1928). Ze stelde in 1929 tentoon samen met o.a. Paul Bamps en John Gérard in het salon Lutetia te Luik. Later volgden nog tentoonstellingen in Luik (1930), Brussel (1931), Antwerpen en Hasselt. Samen met haar echtgenoot stelde ze in de periode 1927-1938 tentoon tijdens de jaarlijkse groepstentoonstelling van de Heecrabbers. Nam in 1951 deel aan de wedstrijd "De Mijn" met het schilderij "Dagelijks Brood". Eind 1956 stelde ze tentoon in Galerie Artes te Hasselt. Een retrospectieve tentoonstelling ingericht door Pro Arte en de Limburgse Culturele Raad in zaal "Onder de Toren" te Hasselt (1958) liet een 80-tal werken van haar zien, voornamelijke bloemen. Kunstkring Pro Arte organiseerde eveneens in het Begijnhof te Hasselt (1968) een groepstentoonstelling met werken van haar en tevens Ludo Laagland, Jac Leduc, Davenne Jeanne, Pierre Cox, Paule Nolens enz. In september 1969 waren haar bloemen te zien in Galerij Willems te Hasselt.
Op de tentoonstelling Wellens en zijn leerlingen te Lummen in 1995 werd een werk van haar getoond.