| Rabaey Albert
(Geboren te Adinkerke op 28-10-1915 en overleden te Hasselt op 03-07-2008) |
Het gezin Rabaey, met de jonge Albert, verhuisde van Adinkerke naar Antwerpen,waar Albert nadien in de scheepsherstellingswerken terecht kwam. Na een krijgsgevangenkamp tijdens de tweede wereldoorlog, hervatte hij zijn werk op de scheepswerven. Hij deed er echter een zware longziekte op en kwam in een sanatorium terecht. Tijdens dat ziektejaar nam hij de schildersborstel op en begon te schilderen. Eind jaren ’50 verhuisde hij naar Zonhoven, voor de gezonde lucht, en dat was de definitieve start als kunstschilder. Op 62-jarige leeftijd ging hij op brugpensioen en kon hij zich meer met zijn hobby bezighouden.
Rabaey was vooral een autodidact, al volgde hij wel gedurende 3 jaar een internationale schriftelijke cursus. De olieverfschilderijen laten ons vrij realistische heidelandschappen, boerderijen en stillevens zien. Hij maakte ook pirogravures, dwz met een gloeiende punt tekeningen in hout graveren.
Vanaf 1960 verschenen er dan beeldjes in beton en keramiek en creaties uit oude onderdelen samengesteld. Wie kent er niet zijn sprookjestuin aan de rand van het natuurreservaat “De Teut”. Ook kwam hij eind ’70 in de publiciteit toen hij met zijn betonnen beelden , zijn “broekschijters”, protest aantekende tegen de aanleg van de A-24 autoweg.
Hij is gedurende lange tijd lid geweest van de Kunstkring Beringen en nam regelmatig deel aan de groepstentoonstellingen van de kring. In 1995 , naar aanleiding van zijn 80 jaar, werd er in het Cultureel Centrum te Zonhoven een retrospectieve georganiseerd.